Auto van de zaak, of juist niet?

Bij sommige werkgevers heb je recht op een auto van de zaak. Deze auto hoort dan bij jouw secundaire arbeidsvoorwaarden. Een auto van de zaak klinkt aantrekkelijk, maar wat komt er eigenlijk allemaal bij kijken? En wat is voordeliger, een auto van de zaak accepteren of een eigen auto kopen? We zetten de voor- en nadelen op een rijtje.

Verschil auto van de zaak en een bedrijfsauto
Laten we beginnen bij het verschil tussen een auto van de zaak en een bedrijfsauto, want dat wordt nogal eens met elkaar verward. Veel ondernemingen hebben een aantal bedrijfsauto’s. Werknemers kunnen van deze auto’s gebruik maken als zij naar een klant of afspraak moeten. Deze bedrijfsauto’s worden in principe niet voor privé doeleinden gebruikt. Een auto van de zaak mag je wel mee naar huis nemen en privé gebruiken.

Besparen op de vaste lasten
Als je zelf een auto moet kopen, dan ben je al snel duizenden euro’s kwijt. Daarnaast betaal je periodiek geld voor de autoverzekering, de belasting en het onderhoud. Als je ervoor kiest om een auto privé te leasen, dan ben je maandelijks helemaal veel geld kwijt aan je vaste lasten. Als je een auto van de zaak accepteert, dan verdwijnen deze kosten meestal. Je hoeft dan dus geen autoverzekering af te sluiten, dit regelt jouw werkgever. Daarnaast krijgen werknemers met een auto van de zaak soms een tankpas. In dat geval hoef je zelf ook geen brandstof te betalen. Een nadeel is dat de auto vaak niet op jouw naam staat en dat je dus geen schadevrije jaren opbouwt.

Bijtelling
Dat klinkt natuurlijk super aantrekkelijk, rijden in een auto waarvan de werkgever alle kosten betaalt. Toch is een auto van de zaak niet helemaal gratis. Als je meer dan 500 privékilometers per jaar rijdt, dan betaal je een bijtelling over de auto aan de Belastingdienst. Dit houdt in dat er een percentage van de cataloguswaarde van je auto wordt opgeteld bij je inkomen. De bijtelling is afhankelijk van de CO2-uitstoot van de auto. Er zijn twee tarieven voor de bijtelling: 8% en 22%. Als je in een volledig elektrische auto rijdt, dan betaal je 8% bijtelling. Stel, je rijdt een benzineauto met een cataloguswaarde van 45.000 euro. De bijtelling bedraagt in 2020 dan 22% van 45.000 euro, wat neerkomt op 9.900 euro. Als je in het belastingtarief van 37,35% valt, dan betekent dit dat je 3.698 euro extra belasting betaalt. Dat is natuurlijk een hoop geld. Van dat geld had je ook een (tweedehands) auto kunnen kopen. Als je minder dan 500 privékilometers per jaar rijdt, dan hoef je geen belasting te betalen. Dit moet je kunnen aantonen met een sluitende rittenregistratie. Daarnaast moet je een ‘geen privégebruik’-verklaring inleveren bij jouw werkgever en de Belastingdienst.

Eigen bijdrage voor auto van de zaak
Soms betalen werknemers een eigen bijdrage. Dat is een vast bedrag per maand dat je betaalt aan je werkgever voor het privégebruik van de auto van de zaak. Deze bijdrage wordt meestal automatisch ingehouden op je salaris. Vaak is de hoogte van het bedrag afhankelijk van het type auto dat je wilt leasen. Je mag deze eigen bijdrage aftrekken van je bijtelling. Als je per maand 150 euro aan eigen bijdrage voor je auto van de zaak betaalt, en de bijtelling is 500 euro per maand, dan is je bijtelling uiteindelijk dus maar 350 euro.