Creatievelingen: de wereld ligt aan jullie voeten
Wie wilde er vroeger al accountant, dokter, bankier of advocaat worden? Misschien wilde je veel liever iets creatiefs doen. Iets met architectuur, kunst of muziek. Maar er is je wel honderd keer verteld dat er daarmee geen brood op de plank komt of dat er notabene helemaal geen banen in zijn. En dat is het uiteindelijk doel van de meeste mensen: een baan vinden en uitbetaald krijgen. Of toch niet?
Zolang als we ons kunnen herinneren heeft de maatschappij ons gestimuleerd om te kiezen voor zekerheid en geld. Als je een carrière als danseres ambieerde, leek dat bijna even onwaarschijnlijk als een toekomst als prinses. En als muzikant zou je gegarandeerd kunnen fluiten naar je geld. Maar langzaamaan komt daar verandering in.
Dokters, ingenieurs en andere hoogopgeleiden zijn niet meer zo zeldzaam. Sterker nog: ieder jaar wordt er weer een leger klaargestoomd voor de arbeidsmarkt. Iedereen behaald netjes z’n diploma om vervolgens aan de slag te gaan. Maar omdat er zóveel studiebollen afstuderen krijgt het diploma steeds minder waarde. Er worden er teveel uitgedeeld. Waar vroeger je diploma gelijk stond aan de garantie voor een goede baan is dit tegenwoordig allang niet meer.
De doelstelling van de meeste studies is: iedereen voldoende kennis bijbrengen. Kennis die jaar in jaar uit zo ongeveer hetzelfde blijft. We leren allemaal dezelfde trucjes en rennen uiteindelijk allemaal achter hetzelfde bot aan. Maar de wereld is aan het veranderen. Kennis is niet meer voldoende. We hebben behoefte aan creativiteit, aan mensenkennis en empathie. Dus wat staat ons te wachten?
In het boek ‘A Whole New Mind’ beschrijft Daniel Pink dat creatieve vaardigheden in de toekomst de meest belangrijke zijn. Om überhaupt te kunnen concurreren met collega’s moet je over een flinke dosis creativiteit beschikken. Veel mensenwerk zal in de toekomst worden uitbesteed aan landen waar de arbeid goedkoper is, als het al niet door machines wordt overgenomen. De techniek wordt steeds slimmer dus wat hebben die knappe koppen dan nog te vertellen?
Een studie van The institute for the future sluit zich volledig bij de visie van Pink aan. Er is geen behoefte aan specialisten, maar aan generalisten, aan personen die weinig weten van heel veel. In een ver verleden was dit ook al het geval. Toen was je pas echt beleerd als je overal over mee kon praten. De behoefte aan creatieve geesten wordt steeds groter. In het buitenland zie je het steeds vaker gebeuren, dat kunstgeschiedenis of sociologie studenten hoge functies bekleden bij multinationals of banken.
In zijn boek heeft Daniel Pink het niet alleen over de generalist maar ook over de kunstenaar. Ook kunstenaars zullen in de toekomst belangrijk worden. Want de meest opmerkelijke dingen in het leven zijn die dingen waarvan mensen niet eens wisten dat ze het nodig hadden. En wie verzint zoiets? Juist de kunstenaar.
Mensen gaan werk van kunstenaars meer en meer waarderen. Het is nuttig op een andere manier dan het werk van bijvoorbeeld een specialist, het is een onverwachte toevoeging aan ons leven. Iets wat we niet per se nodig hebben maar waar we wel blij van worden. Het zijn dingen die ons voeden op gebied van creativiteit, en die helpen bij de ontwikkeling van een identiteit.
De toekomst ligt in handen van de creatievelingen. Als grote bedrijven in de toekomst gaan automatiseren zullen er minder werknemers nodig zijn. Belangrijk denkwerk wordt vervangen door software. Bedrijven hebben meer behoefte aan creativiteit. Aan nieuwe onverwachte ideeën.
Creatieve vaardigheden zijn niet langer nutteloos maar nuttig. En waar leer je dat?
De beste leerschool is het leven zelf. Belangrijke vaardigheden leren we door ons open te stellen voor de wereld om ons heen. Als een spons zuigen we kennis op over sociale intelligentie, media, duurzaamheid, empathie, analytisch denken en noem maar op. Het enige wat je niet moet denken is: ik heb gestudeerd dus ik ben er al. Je bent er namelijk nooit. Het gevaar is dat veel studenten denken dat de studie garantie geeft voor een baan. Als ze niet snel een baan vinden, inclusief topsalaris zitten ze meteen in zak en as. Later, veel later, als ze uit de put komen bekijken ze de wereld opeens met een andere blik. Kijken ze verder dan dat hun neus lang is.
Een studie is waardevol, begrijp ons niet verkeerd. Maar de ouderwetse methodes kunnen ervoor zorgen dat je in een tunnelvisie komt. Met studiegenoten en later collega’s vorm je een kliek. Niemand is intelligenter dan dat jullie zijn. Je hebt toch niet voor niks al die boeken uit je hoofd geleerd? En je was altijd in de les aanwezig. Toch zijn er heel veel vaardigheden die je niet in de klas leert. Niet van een docent, en niet uit een lesmethode. Na je studie ben je dus ook niet klaar met leren. In feite begint het dan.