Tosca Soraya Otten is het brein achter Teder en vertelt eerlijk over de harde aanpak voor een carrière in de mode

Tosca Soraya Otten is het brein achter Teder én iemand die het ver heeft geschopt in de mode. Dit merk staat helemaal in het teken van gevoel en is er voor de vrouw die alle ballen in de lucht moet houden. Na jaren te hebben gewerkt in zowel de ‘fast fashion’ als in couture, vormde bij haar een duidelijk visie waarin ze wil dat vrouwen zich in hun kleding vooral vrij voelen. En een kokerrok doet dat bijvoorbeeld niet. En ondanks de soms harde aanpak in de mode, heeft Tosca een mooie carrière in de mode gemaakt.

Wij vragen haar hoe je de top in de mode bereikt, want veel meisjes hebben de ambitie om designer te worden, maar hoe dan? En hoe erg is het gesteld met die harde aanpak in de mode?

Hoe is jouw carrière in de mode begonnen?

“Mijn modecarrière ging van start in Shanghai. Mijn eerste baan was als designer/developer voor een Nederlands bedrijf in Shanghai en Hong Kong, die collecties ontwikkelde voor o.a. Zara, TOPSHOP en de Beaumanoir Group. Het was keihard werken, veel leren en nog veel meer ontdekken. Ik zat opeens als 21-jarige aan de andere kant van de wereld in een gigantische, onbekende stad en er ging letterlijk een wereld voor me open. Binnen no time reisde ik voor werk af naar Tokyo, Hong Kong, Londen en Parijs. Ik werkte samen met Europese merken en Chinese ateliers, moest onder hoge tijdsdruk presteren en hielp daarbij mijn bazin om een eigen lijn te ontwikkelen. Het was een knallende start…!”

Maakt de harde aanpak in de mode het niet haast onmogelijk?

“Ja. Vanaf je opleiding krijg je al een harde aanpak in de mode. Het ‘voor jou 200 anderen’ gevoel geldt vanaf dag één. Ook het hele ‘als je het niet aan kunt, moet je maar iets anders gaan doen’ – idee kun je per direct verwachten. In het eerste jaar AMFI stopte 70 procent van de studenten o.a. door die mentale druk. Dat zet ook door in de industrie. Er wordt vaak extreem veel van je verwacht in de mode en je werk gaat altijd gemengd met je passie en persoonlijkheid.

Daardoor ben je vaak nogal snel gekwetst wanneer de kritiek hard is: het voelt snel persoonlijk. Daarbij is het een soort industriële overtuiging geworden dat je vooral niet mag ‘zeuren’, want dan staan er honderden in de rij die een carrière in de mode ambiëren. In Nederland vind ik dat overigens een stuk beter en nuchterder, maar in Parijs gaat het soms wel heel ver… de harde aanpak in de mode is er dus zeker.”

En hoe zit het met afgunst en competitie?

“Dat was een van de redenen dat ik Parijs na vijf jaar achter me liet. Het was nogal een dubbele ervaring omdat je met je handvol klasgenoten een van de zwaarste masters in de mode doet, wat een band schept. Je zoekt elkaar op, deelt stofadresjes met elkaar en gaat thuis in een hokje van een huisje bij iemand aan de goedkope wijn, drinkende uit theebekers. Maar tegelijkertijd jaag je op dezelfde stageplekken en vacatures, is iedereen stiekem bang om de wedstrijd te verliezen en is er dus best wat backstabbing.

Wat dat betreft was ik zelf gewoon te naïef voor die wereld denk ik. Ik deelde zonder zorgen contacten en zei zelfs wanneer bijvoorbeeld mijn klasgenoot moest bellen naar Paco Rabanne omdat ik hen net had afgewezen voor Cacharel. Dat soort advies kreeg ik eigenlijk nooit terug van iemand, dus de keuze was te blijven en door te pushen of om weg te gaan en ergens te gaan wonen waar ik meer paste als persoon. Dat werd toch weer Amsterdam, waar ik werd aangenomen bij Ilja Visser om zowel haar couture als RTW-lijn te ontwerpen en te directen.”

Wat zijn jouw vrouwelijke ondernemer skills?

“Ik heb denk ik eigenlijk best wat mannelijke trekjes, ook als ik anderen moet geloven. Ik kan mijn gevoel heel goed uitzetten als het om mijn carrière in de mode gaat, iets wat ik vroeger minder goed voor elkaar kreeg. Ik ben direct en verwacht dat ook van degenen waarmee ik werk. Ik denk snel dat ik iets wel kan, dat iets wel goed komt en durf inmiddels ook om hulp te vragen. Ik neem risico’s en duik zonder te knipperen in het diepe als ik ergens in geloof.

Typisch vrouwelijke skills naar mijn idee zijn om mensen waarmee ik werk nooit neer te halen of lomp te behandelen, om altijd naar mijn gevoel en intuïtie te luisteren en om iets goeds te willen doen met mijn bedrijf, niet alleen iets groots of succesvols. Ik heb best een empathische kant maar kan die dus indien nodig ook even uitzetten. Mijn gevoel is ook in mijn werk wel echt een kompas, daar komt mijn rationele kant ook bij maar die is meer ter onderbouwing.”

Met Teder wil je vrouwen empoweren, hoe doe je dit?

“Kleding heeft veel invloed op hoe we ons voelen in ons eigen lichaam. Dat gaat dieper dan we meestal denken. Damesmode is van origine vooral bezig met het ‘mooi’ kleden van vrouwen, maar een moderne vrouw verwacht ook comfort. Bewegingsvrijheid en fijne materialen zijn daarin belangrijk, en die worden lang niet altijd meegenomen in damesontwerpen, ook niet in de high-end.

Vrouwen hebben vandaag de dag dynamische levens met veel beweging en veel diverse alledaagse bezigheden, en daar hoort een intelligente garderobe bij die ik zelf miste. Kleding die representatief is maar minstens net zo comfortabel. Kleding waarin je kunt werken, reizen, fietsen maar ook kunt dineren. Kleding die niet knelt op jouw curves en die je lichaam ruimte geeft, ook wanneer jij wat fluctueert. Kleding die met name van natuurlijk materiaal gemaakt is en makkelijk te combineren. En in kleuren die bij vrijwel elke huidtint passen. Want een vrouw die zich goed voelt in haar lichaam, dát is pas echt mooi.”

Wat hoop je met jouw merk uit te dragen?

“Ik hoop met Teder een boodschap uit te dragen naar vrouwen, waarin ik wil zeggen dat je al prachtig bent zoals je bent. En dat mijn ontwerpen specifiek zo zijn bedacht dat ze dat voor zoveel mogelijk verschillende vrouwen ondersteunen. Dat voel je wanneer je de stukken aantrekt. Het is tijd dat comfort ook een designer-categorie mag zijn met goed doordachte ontwerpen en pasvormen die een tijdloze garderobe vormen.”

Op welke manier ben je bezig met een betere wereld?

“Dat is een beetje doorgestroomd zowel in mijn levensstijl als in mijn werk. Ik weet dat ik niet alles ‘goed’ kan doen maar ben wel toegewijd om veel goede keuzes te maken. Ik ben vegetariër, ik boycot fast fashion inmiddels tien jaar, koop zo min mogelijk synthetische producten, koop liever van kleine merken/bedrijven, veel vintage/tweedehands etc.

Als ontwerpster voer ik deze keuzes zoveel mogelijk door met bijvoorbeeld natuurlijke garens, kleine aantallen, bewuste productiepartners maar ook door vrouwen in beeld te brengen die ongefilterd en natuurlijk zichzelf zijn. Ons koopgedrag wordt veelal gestimuleerd door gevoelens van onzekerheid, het leveren van slechte kwaliteit, en de behoefte aan ‘beter’. Door het ontwikkelen van kleding die juist ons zelfbeeld een boost geeft en kwalitatief goed is uitgewerkt, daalt de behoefte naar ‘meer’. Het grootste vervuilende probleem in de mode-industrie zijn de enorme aantallen. Omdat we vooral veel te veel kopen, is mijn instelling om dieper in te duiken op wat ons koopgedrag drijft en hoe ik dat als ontwerpster aan kan pakken.”

Ambieer je een carrière in de mode? Lees dan ook deze tips.

Ervaar een Designer Experience bij Okura en maak een eigen clutch