Column Robin: Leven in de schaduw van het paleis

Door te reizen word je geconfronteerd met cultuurverschillen. Van sommige kunnen we iets leren, maar Robin maakte deze week wel een confronterende situatie mee. Wat zou jij doen?

De wereld is oneerlijk. Dat klinkt zwaar en melancholisch, maar het is helaas wel een feit. Eerlijkheid is een begrip dat in veel landen geen waarde kent, of simpelweg gewoon niet bestaat. Eerlijkheid zit hem in de gekste dingen; je paspoort, je haar, je huidskleur en je geloof. Terwijl ik denk dat eerlijkheid juist vanuit jezelf komt. Vanuit je empathische vermogen en je hart. Toch denken veel mensen daar nog steeds heel anders over.

Neem de Dominicaanse Republiek bijvoorbeeld. Hier wordt status bepaald door je huidskleur. Hoe lichter je huidskleur, hoe hoger je status. Met een rijke mix van Indiaans, Spaans en Afrikaans bloed, is het hier een prachtige mengelmoes van mensen in allerlei kleuren en vormen. Toch zien zij dat dus niet zo. Sterker nog; niemand durft toe te geven dat ze van origine wellicht van Afrikaanse afkomst zijn. Hoe mooi donkerbruin hun huid ook is, Afrikaans zijn is wel het laatste wat je wil. Want; hoe donkerder de huidskleur hoe minder waard je bent.

Iemands status bepalen aan de hand van erfelijke kenmerken is niet ongewoon. Zo bepaalt in India je achternaam in welke klasse je valt en kom je in de Filipijnen niet aan het werk als je niet voldoet aan bepaalde schoonheidsidealen.

Wij, of tenminste ik, vind dit bizar. Hoe je een mens van vlees en bloed kunt categoriseren op basis van kenmerken die niets te maken hebben met iemand kwaliteiten of intenties. Het is me een raadsel hoe we vandaag de dag, anno 2017, nog steeds zo klein kunnen denken in deze wereld.

Neem bijvoorbeeld alt rechts. Het is toch bizar dat er nog mensen zijn die echt geloven dat huidskleur of geloof iemand een minder mens maken? Na al het leed wat mensen elkaar al hebben aangedaan, hoe kan het dan dat we nog zoveel kracht hebben om elkaar nog meer pijn te doen? Waar is de vrijheid en de rust en vooral de liefde in deze chaos?

Enfin, wellicht vraag je je af hoe ik hier ineens op kom. Mijn meeste columns zijn meer een innerlijke zoektocht of een ervaring of gewoon gekke hersenspinsels. Misschien is deze column daarin niet anders. Maar een recente ervaring heeft wel indruk op me achtergelaten.

Zo leven we nu in het huis van een man uit een welvarende familie. Hij schroomt zich niet om ons meerdere malen te vertellen hoe belangrijk hij en zijn familie wel niet zijn (of zijn geweest) en hoe wel vermogend. Status is tenslotte ontzettend belangrijk en uiterlijk vertoon misschien nog wel belangrijker…

Op het terrein woont ook de tuinman genoemd ‘De Mongool’, omdat hij volgens de huisbaas super dom is en niet man genoeg. Een jonge jongen van misschien begin twintig. Hij is schichtig en stil en ik heb hem nog geen een keer zien lachen. De blik in zijn ogen grijpt me iedere dag weer. Ogen vol moedeloosheid, eenzaamheid en verdriet.

Zover wij weten, woont hij alleen in het huisje. Er komt nooit visite en hij gaat ook nooit van het terrein af. Want als de huisbaas schreeuwt, dan moet hij komen opdraven. Welk tijdstip van de dag het ook is.

Laatst zaten wij rustig te werken aan een van de tafels in de tuin, toen de huisbaas blazend en vloekend de tuin in kwam lopen. Hij begon een verhaal over een dure fles schoonmaakmiddel welke was weggegooid door de tuinman. En terwijl hij zijn verhaal aan het doen was, zag je zijn woede groeien. Hij begon te schreeuwen; “HIER KOMEN, HIER KOMEN CONJO NU!” Sjokkend kwam de jongen de tuin binnen gelopen. In het Spaans vond er vervolgens een tirade plaats waarbij de jongen voor van alles en nog wat werd uitgescholden. Ik hoorde en zag alles.

Dat het ongemakkelijk was voor ons, kon me niets schelen. Veel erger was de machteloosheid die ik voelde. Ik wilde het stoppen en zeggen dat hij verdomme even normaal moest doen. Zo ga je niet met mensen om! Maar ik deed niets. Ik werd muisstil en deed net alsof ik heel druk bezig was op mijn computer. Laf. Zo laf.

Ik weet niet waarom dit me nu zo raakt. We zijn op zo veel plekken geweest waar armoede heel duidelijk zichtbaar was. Maar niet eerder ben ik zo ontroerd als nu. Het is moderne slavernij. De regering houdt de rijken rijk en de armen dom en arm. Opleiding, als het er is, is zwaar onder niveau en leraren worden zo slecht betaald dat ze vaak kiezen voor een baan in de toeristen branche. Zo’n jongen zit gevangen in een uitzichtloze situatie en ik sta erbij een kijk er naar.

Wat kan ik doen in deze situatie? Niet veel waarschijnlijk. Opeens voelt alles wat ik doe en waar ik voor sta ineens zo leeg en zo betekenisloos. Het is niet eerlijk dat ik straks hier weg kan lopen en nooit meer over deze jongen hoef na te denken. Het is niet eerlijk dat mijn huidskleur en paspoort mij toegang geven tot zoveel plekken waar deze jongen nooit heen zal kunnen gaan. Het is niet eerlijk. Maar het is wel de waarheid.

Jo ligt in de zee te en ik zit met mijn voeten in het zand. De wind waait door mijn haar en de zee gromt. Terwijl ik dit schrijf staan de tranen in mijn ogen. Niet eerder heb ik me ooit zo gezegend gevoelt met ons leven, maar ook zo schuldig. Deze onmacht doet zeer, maar de kennis geeft ook waardering.

Met mijn beroep heb ik een keuze. Een keuze om mijn ogen te sluiten en alleen te delen wat je zou willen horen. Of om de waarheid zoals ik het zie te schetsen. Misschien kan ik deze jongen niet helpen uit deze situatie, maar ik kan hem wel erkennen. Dus elke dag begroet ik hem in mijn beste Spaans en met een glimlach. Compassie en liefde, als we dat nu eens met elkaar zouden kunnen delen. Misschien dat de meeste van ons dan niet meer zo eenzaam zouden zijn.

Liefs,

Robin