Dit is waarom één drankje er altijd meerdere worden

Één wijntje, één biertje… maar uiteindelijk blijft het nooit bij dit ene drankje. Hoe komt het dat we altijd goesting hebben in nog meer drank? En dat je de volgende dag altijd denkt: waarom heb ik nu zoveel gedronken? Je voelt je moe, hangerig… kortom je hebt spijt en doet dit nóóit meer. Toch ga je de volgende keer weer net zo hard de mist in. Want dat ene drankje.. tja, dat worden er altijd meer.

De oorzaak is eenvoudiger dan je denkt: alcohol zorgt ervoor dat het lichaam extra endorfine aanmaakt, een hormoon waar we gelukkig van worden. Niet alleen alcohol, ook sport, opwinding en verliefdheid maken bijvoorbeeld endorfine aan. Wanneer je endorfine aanmaakt, komt er ook dopamine vrij. Een beloningsstofje waardoor je eigenlijk alleen nog maar meer wil. Daarom is een glaasje vaak geen optie!

Al helemaal niet als je je bedenkt dat de D1 en D2 neuronen in de hersenen ook een scheut extra in het glas doen. D1 en D2 zijn het engeltje en duiveltje in je brein. D1 zorgt ervoor dat je niet kunt stoppen met drinken terwijl D2 er juist voor zorgt dat je grenzen trekt. Alleen wordt D2 ernstig verzwakt door alcohol terwijl D1 actief blijft. Op een gegeven moment heeft D2 niks meer te zeggen en dan zijn alle remmen los. Klinkt erg logisch allemaal maar wat doe je aan je drang naar drank? Weglachen is geen optie want alcohol is niet goed voor je lichaam. Wanneer je van al je remmingen verlost bent, sta je daar helemaal niet bij stil en dat is nou net het gevaar.

Geef je lichaam rust en tijd om te herstellen, zorg ervoor dat alcohol speciaal blijft. Drink bijvoorbeeld alleen in het weekend en ga niet áltijd tot het gaatje.