Column Janice: De klimatariër

Het begon allemaal in 2013, toen ik aan het afstuderen was. Ik ben nooit echt het voorbeeld van ‘de massa consument’ geweest. Mijn ouders hebben me altijd verboden schoenen te kopen van de Hennes en in goede spijkerbroeken moest worden geïnvesteerd. Goed, back in the days ben ik natuurlijk wel eens een Zara of Primark ingewandeld, al heb ik de hoeveelheid prikkels in zo’n winkel nooit echt aangekund. Daarnaast kom ik uit een slagers familie. Het was goed vlees (biefstuk!!) of geen vlees. Kwaliteit is dus mijn hele leven een belangrijk uitgangspunt geweest, maar nooit vanuit ‘duurzaamheid’ gemotiveerd.

Terug naar 2013. Ik moest een onderwerp vinden voor mijn Master scriptie en alle onderwerpen uit de befaamde ‘onderwerpenlijst’ spraken me niet aan. Ik had tijdens het vak Consumer Psychology een keer een artikel gelezen over het effect van duurzaamheidslabels op consumentengedrag en dit ben ik uiteindelijk wat gaan uitdiepen. Met als resultaat dat ik ben afgestudeerd op het thema ‘greenwashing’ in de mode-industrie.

Tijdens de research periode van mijn afstuderen heb ik een aantal schokkende ontdekkingen gedaan wat betreft de impact van de mode- en voedselindustrie. Vier belangrijke bevindingen op een rij:
1. De katoenindustrie beslaat ‘maar’ 2.5% van het totale aantal hectare dat globaal wordt ingezet voor landbouw, echter verbruikt het verbouwen ervan wel 16% van de totale hoeveelheid chemicaliën en pesticiden die globaal worden ingezet voor landbouw.
2. In Nederland gooien we jaarlijks meer dan 207 miljoen kilo aan textiel weg. En deel hiervan (ongeveer 67 miljoen kilo) gaat naar organisaties zoals het Leger Des Heils, maar de rest (ongeveer 140 miljoen kilo) wordt verbrand. Dit terwijl 26% hiervan eigenlijk nog geschikt is voor hergebruik en 37% in aanmerking zou komen voor recycling.
3. 18 procent van de uitstoot van broeikasgassen is afkomstig van de veehouderij (bron: Wereldvoedselorganisatie). Dit is minder dan de uitstoot van de transport- en olie industrie.
4. Veehouderij neemt op het ogenblik 26 procent van de oppervlakte van de aarde (afgezien van het deel dat door ijs is bedekt) in beslag (bron: econoom, sociaal theoreticus en activist Jeremy Rifkins). Ook goed om te weten: voor de verwerking van 1 kilo rundvlees is 15.400 liter zoetwater nodig.

Gegrepen door het onderwerp en te weten wat ik nu weet, ben ik sinds 2013 een klimatariër. Een klimatariër? Ja. Een klimatariër.

Als klimatariër zorg je ervoor dat wat je consumeert (eten, kleding etc.) de aarde zo min mogelijk belast en op die manier klimaatverandering vermindert. Zo ben ik voor 95% vegetariër (ik blijf toch een slagersdochter…) en daarnaast ben ik een zeer bewuste shopper. Ik koop niet veel en als ik iets koop is het ethisch verantwoord en organic òf tweedehands.

Dus ja, een principe dingetje. Maar ik geef toe, het is ook best leuk om tegen de schenen te schoppen – al is het zachtjes – van de gevestigde orde: de brain dead consumptie maatschappij.

Hoe ver ik mijn keuzes hierdoor laat beïnvloeden lees je in mijn volgende columns voor Enfait.

Lees ook: Column Janice: lekker constructief schreeuwen.